Drie dagen van huis, om Marieken en haar lief te gaan bezoeken op Texel. Het is een reisje van niks, in twee uur van huis tot huis, als je de wachttijd op de bus van het station in Den Helder naar de boot niet meetelt.
Gek toch dat water zo’n barrière vormt - in Amsterdam lijkt dat water tussen het vasteland en het eiland een enorme afstand, maar in werkelijkheid duurt die wereldreis maar 20 minuten. Maar het was ook echt varen: het waaide hard en de schuimkoppen stonden op het Marsdiep!
Marieken haalde ons op met haar rozerode autootje en nam ons meteen mee naar strandpaviljoen Paal 12, een van haar favoriete eetplekjes. Terwijl buiten de wind om de duintoppen gierde dronken wij warme chocolademelk en aten we kroketjes met Texelse kaas, met Texels lamsvlees en van op het eiland geschoten gans.
En natuurlijk gingen we eventjes het strand op. Heerlijke zilte woei, maar veel te koud om lang buiten te blijven.
Maar in Villa Kakelbont, zoals Marieken & haar liefs domicilie in Oudeschild heet, was het warm, en werden we enthousiast opgewacht Soufflé-met-de-lange-naam, anders gezegd: Souf de Berner sennenhond, die ons vrijwel meteen in zijn mensenroedel opnam.
Het leven is er misschien niet helemaal zonder hobbels en complicaties, maar het is er goed en liefdevol. En met zulke gedachten in het hoofd gingen we slapen, na een mooie avond met heerlijke lasagna en goede gesprekken.