Natuurdocumentaires horen tot onze favoriete tv-programma's. Die van de BBC met vette stip bovenaan, en ik durf te beweren dat we er niet veel missen. Zo keken we begin 2007 naar The Elephant Diaries. Voor die serie was gefilmd bij de David Sheldrick Wildlife Trust, een opvangcentrum voor weesgeworden olifantjes in Nairobi, Kenia die daar, onder de bezielende leiding en met de enorme inzet van Dame Daphne Sheldrick met ongelofelijk veel liefde worden verzorgd en grootgebracht.
Die kleine wezens met hun veel te grote grijze slobberhansopjes hebben stuk voor stuk een traumatische ervaing achter de rug, meestal de dood van hun moeder om geen andere reden dan het ivoor van de slagtanden. De 'keepers', allemaal native Kenianen, zorgen voor hun olifantenbaby's alsof het hun eigen kinderen zijn: geven ze de fles, nemen ze mee naar de modderpoel voor het dagelijkse bad, voetballen met ze en slapen bij ze in hun stal (één op één). Dat laatste is erg belangrijk, omdat jonge olifanten altijd heel dicht bij hun moeder en andere vrouwtjes in de kudde zijn. Geborgenheid en veiligheid is van levensbelang, letterlijk - een heel jonge olifant kan sterven aan een gebroken hart. Twee keer verlaten worden in hun jonge leven overleven sommige van hen niet.
In
de derde aflevering van The Elephant Diaries werd een olifantenmeisje
van een maand of 4 binnengebracht. Stafleden van DSWF waren gewaarschuwd
dat er een heel jong olifantje zonder eigen kudde was gesignaleerd,
hadden een dag toegekeken hoe de kleine eli aansluiting probeerde te
krijgen bij kuddes olifanten in de buurt, maar toen dat telkens weer op
niets uitliep, werd besloten het dier mee te nemen naar het weeshuis in
Nairobi. Ze kreeg de naam Lualeni, naar de oorspronkelijke naam van het
gebied waar ze werd gevonden.
Door de ogen van presentatoren
Jonathan Scott en Michaela Strachan zagen we dat Lualeni wel melk wilde
drinken en slapen met haar 'keeper' Lucas, maar zich totaal afzonderde
van de andere olifanten - iets wat door alle betrokkenen geduid werd als
intens verdriet. De andere olifanten in het weeshuis, de meeste
nauwelijks ouder en soms zelfs jonger dan Lualeni, deden hun uiterste
best om haar bij hun olifantenspelletjes (die spelen ze echt!) te
betrekken, maar Lualeni stopte haar slurfje in de struiken en deed niet
mee. Wij zaten met een dikke strot en tranen in onze ogen - zulk groot
olifantenverdriet in zo'n klein dier! (De fotopagina van Lualeni op de website van DSWT vertelt haar verhaal beter dan mijn woorden kunnen beschrijven.)
Dus
toen aan het einde van die uitzending op het scherm verscheen dat we
een olifant van de DSWT konden adopteren hebben we ons meteen
aangemeld. We konden zelfs kiezen wie we wilden adopteren, en kozen, dat
kon niet anders, Lualeni. Sindsdien noemen wij ons foster parents van
een inmiddels jongvolwassen olifant. Meteen vanaf het begin zijn we op
de hoogte gehouden hoe het met ons olifantenkind gaat. De verzorgers
houden dagboeken bij, en Dame Daphne maakt aquarellen die we kunnen
downloaden en printen.
We weten dat onze Lualeni hard op weg is een wilde olifant te worden.
Op
30 september 2006 is ze, bijna 2 jaar jong, van het weeshuis in Nairobi
National Park naar Ithumba (Tsavo East) overgebracht, waar ze werd
opgevangen door oudere lotgenootjes. In Ithumba leren de jonge dieren
geleidelijk het wildere leven kennen, terwijl ze nog steeds als kleine
kinderen hun dagelijkse portie melk krijgen - een olifantkalf
is de eerste twee jaar van zijn leven vrijwel volledig afhankelijk van
de melk van de moeder, maar het dier kan het nog jaren de tepel van de
moeder opzoeken. Als de olifantkalfjes vast voedsel kunnen eten groeien
ze geleidelijk (een kwestie van meerdere jaren) toe naar het moment
waarop ze de hele dag buiten de omheining zijn en ook 's nachts niet
meer 'thuis' komen.
De meer ervaren dieren die al wat langer 'buiten' zijn nemen de zorgtaak over van de keepers en begeleiden de jongere dieren bij hun eerste stappen 'in het wild', zonder mensen. Die rol van 'mini matriarch', blijkt vaak al in aanleg aanwezig als de dieren nog in het weeshuis zijn. Eenmaal in Ithumba bleek ook Lualeni een mini-matriarch in de dop, ze keek een paar jaar de kunst af van de ervarener Wendi en gaat nu zelf aan het hoofd van een groep jongere olifanten de bush in.
De wilde olifanten weten de weg terug altijd te vinden: een paar maanden geleden verscheen een van hen tot ieders verbazing met een pasgeboren kalf bij de modderpoel, alsof ze haar baby kwam laten zien.
Het werk van de Sheldrick Trust richt zich niet alleen op olifanten (en neushoorns!), maar ook op de plaatselijke bevolking, niet alleen in de vorm van banen, maar, en dat is minstens zo belangrijk, door een mentaliteitsverandering in gang te zetten. De situaties waarin mensen en wilde dieren met elkaar in conflict komen, bijvoorbeeld omdat olifanten op zoek gaan naar eten en mensen steeds verder het leefgebied van de olifantenintrekken, leiden aan beide kanten tot verschrikkelijke ongelukken. 'Tout comprendre est tout pardonner' gaat een beetje ver, maar er is zeker vooruitgang. De organisatie heeft ook vele community outreach programma's onder haar hoede.
Een prachtig artikel over DSWT verscheen op National Geographic website: Orphan elephants: Orphans No More