- 1 kilo varkensschouder aan een stuk
- 50 g zeezout
- 75 gr lichtbruine bastardsuiker
- 2 tl pimentón, gerookte paprikapoeder, liefst de pittige
- 1 el vijfkruidenpoeder
- versgemalen zwarte peper
- 100 g tomatenketchup (de bio-versie heeft meer smaak)
- 1 el sriracha (hete rode saus)
- 1 el Chinese zwarte azijn
- 3 tenen knoflook
- 2 eetlepels zoete ketjap
- 1 el soja
- 1 el limoensap
- 2 el hoisinsaus
- Droog het vlees met keukenpapier
- Wrijf het vlees in met een mengsel van zout en suiker, stop het in een ziplockzakje en laat het overnacht in de koelkast marineren - de volgende dag is het vlees enigszins gekrompen
- Spoel het vlees af en droog het met keukenpapier
- Meng alle overige ingrediënten tot een pasta, wrijf het vlees hiermee in en laat opnieuw marineren, dat kan een uurtje zijn (zo doet Didi het) maar langer kan ook
- Verwarm de oven voor op 140 graden
- Leg het vlees in een passende braadslee of pan en laat het in ca. 6 uur door en door gaar worden, bedruip het vlees af en toe
- Laat afkoelen in een schaal, schep zoveel mogeijk vet van het stoofvocht
- Kook de aanbaksels in de braadslee los met wat water
- Trek met twee vorken het vlees aan flarden - in Rotterdam noemen ze het dan ‘rafelvlees’
- Heerlijk op een hard broodje, besmeerd met roomboter, en bedropen met saus