Voedselovergevoeligheid, ik had er nooit last van, en daar prees ik me gelukkig mee. Goed, dat gehomogeniseerde melk op mijn oudere dag niet meer helemaal lekker 'valt', daar is mee te leven, en dat ik als naoorlogs kind mijn eerste levensjaren ben volgestopt met eieren heeft tot nu toe geen meetbaar nadelig effect gehad.
Maar ik zal niet licht vergeten dat ik, een dag na na het eten van pasta met pesto alla genovese uit eigen keuken, wakker werd met een nare, bittere smaak in mijn mond. Spoelen met water, -tig keer tanden poetsen, ijskoude melk drinken, droog brood kauwen, niets hielp, het werd alleen maar erger. Wat hád ik toch! Tot uit de krochten van mijn geheugen een herinnering opdook dat Johannes van Dam daarover wel eens had geschreven.
'Pine mouth' werd voor het eerst beschreven in 2000, zo leerde een rondje googlen, en sindsdien is er heel wat wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Het was dus niet mijn verbeelding en ook geen enge ziekte die mijn bitterheid veroorzaakte.
Ik kwam erachter dat de uit het verre oosten geïmporteerde pijnboompitjes, met name die van de Pinus armandii, het grootste risico vormen. Mits je er gevoelig voor bent, want lang niet iedereen krijgt er last van. Dat is maar goed ook, want het zijn juist die kleine driehoekige pitjes die je overal in supermarkten tegenkomt en te pas en te onpas overheengestrooid krijgt. Ongeroosterd of gebakken vond ik ze eigenlijk nooit echt lekker, ze hebben een wat muffig smaakje.
(De foto rechts linkt naar het onderzoek naar 'pine mouth' en het verband met de verschillende soorten pijnboompitjes)
Gelukkig verkoopt mijn vaste notenkraam Gotjé op de Albert Cuyp ook de echte Europese pijnboompitjes die gewonnen worden uit de Pinus pinea, de parasolden. Ze zijn duurder maar ook veel lekkerder (vind ik), en 'pine mouth' heb ik nooit meer gehad. Probleem opgelost, einde verhaal.
Tot collega-vriendin Lizet haar spijt uitsprak dat traditionele pesto alla genovese voor haar tot de verboden lekkernijen hoort vanwege een heftige overgevoeligheid voor koemelk, in dit geval de Parmezaanse kaas die er in hoort.
Maar traditie is niet altijd heilig, en de oplossing voor Lizets probleem bleek te liggen in een pesto waar alle gevaren uit zijn gebannen. En als je dan toch alle gebaande paden verlaat: dat zachte zuurtje van de balsamico is een ad hoc vondst, en echt overheerlijk, al zeg ik het zelf!
Pesto van rucola met pecorino en walnoten
- 100 g rucola
- 60 g geraspte pecorino (Italiaanse harde schapenkaas)
- 50 g walnoten, gedopt
- 1 flinke teen knoflook, uitgeperst
- versgemalen peper
- 1 dl olijfolie extra vergine (of meer)
- 1 eetlepel Aceto Balsamico di Modena van goede kwaliteit
- Was de rucola zorgvuldig en droog de blaadjes in een schone theedoek of slacentrifuge
- Doe de rucola met de geraspte kaas, de walnoten, de knoflook en peper in de keukenmachine en maal tot een grof mengsel
- Schenk met draaiende motor de olijfolie erbij tot het mengsel pakt
- Roer er tot slot de aceto balsamico door
Met 300 g rucola, 175 g pecorino en ca. 150 g walnoten kon ik 4 potjes vullen, voor thuisgebruik en om weg te geven.