Zo rond mijn verjaardag, ergens in januari 2011, begon het
opeens te kriebelen: waar zullen we van de zomer naar toe? Je kent dat
wel, zo'n typische grijze namiddag, een in een lange reeks waarop de zon
zich niet laat zien en je bovenste oogleden steeds zwaarder op de
onderste drukken. Een beter remedie dan nadenken over zomerse zonnige
vergezichten is nauwelijks denkbaar.
Dat we die in Frankrijk zouden
gaan zoeken behoefde niet te worden besproken: Marjon en ik zijn
francofiel in hart en nieren. En wáár in Frankrijk? Flink zuidelijk, dat
in elk geval. Tientallen mogelijkheden kwamen voorbij, stuk voor stuk
te duur, te groot, te verkeerd ingericht, op de foute plek, en soms dat
allemaal bij elkaar. Bestaat die ideale plek wel, vroegen we ons af na
een paar vruchteloze uren.
Ja, die bestaat! Ergens diep in de Vaucluse, daar waar de bergwanden okergeel en dieprood zijn, de lavendel bloeit, abrikozen en perziken zwaar aan de boomtakken hangen en de velden geuren naar rozemarijn en wilde tijm. Zo'n plekje dus.
We vonden een gîte
voor twee personen, helemaal in lokale kleuren ingericht, vrijstaand
maat toch niet helemaal geïsoleerd, met een enorm (ongemaaid) veld vol
wilde bloemen voor het terras (daar zit ik middenin, op de foto), met
een beschutte plek om buiten te eten, een enorme eikenboom aan de andere
kant naast het huis voor de schaduw, zo broodnodig in de Provençaalse
zomer, luie stoelen om de dag buiten luierend door te brengen en rieten
loungebanken voor de siësta...
Naast de voordeur een oranjerode bougainville, en druivenranken (mét druiven!) op de pergola boven het terras. En binnen dan ook nog de allerlekkerste bedden waar we ooit op sliepen, een beeldige badkamer, airco, een kleine maar zeer complete keuken, met zelfs een afwasmachine en een nespresso-apparaat, in de boekenkast boeken, kaarten en heel veel materiaal over de omgeving. En alsof dat nog niet genoeg was: de verhuurders zijn twee al vele jaren in Frankrijk wonende en werkende Nederlandse vrouwen die hun paradijsje ongelofelijk gul delen met de huurders van de gîte.
Maar dat wisten we nog niet toen we de eerste boekingspoging deden. Onze voorkeursperiode was vol (juni, nog voor de schoolvakanties) , maar de tweede helft van augustus was nog vrij, zelfs drie weken aaneengesloten behoorden tot de mogelijkheden. De voortekenen waren gunstig, zelfs de mails die we met de dames uitwisselden konden nauwelijks leuker.
Zo reisden we met onze gehuurde stationbolide in augustus in twee etappes naar onze eindbestemming in de Lubéron. In de achterbak: de gewone reisbagage, en een enorme tas met achterstallig leesvoer waar we ons met een boek per dag per persoon doorheen wilden lezen. Na de eerste overnachting bij vriendin Jeannette in La Roche d'Hys, de volgende dag wakker worden in Gap, wandelen door de kloostertuinen van Salagon, lunchen in Saint-Martin-de-Castillon, in de schaduw met uitzicht over de vallei, en de hele dag de zon, de blauwe hemel, en nog meer zon en blauwe hemel.
En dat zou zo blijven, drie weken lang.
We verkenden de omgeving, beklommen kasteelmuren
(te voet), de Mont Ventoux (per auto), deden boodschappen op de
markt in de heerlijke Franse supermarkten in de buurt. We zagen de
laatste dag van het lavendeldestilleren, bezochten met een van de
gastvrouwen de fototentoonstelling Les rencontres d'Arles in
de voormalige werkplaats van de Franse spoorwegen SNCF, gingen langs
bij twitterkennis Elly die niet ver bij ons vandaan met haar man al
jaren een chambres d'hôtes annex gîte runt, gingen op het heetst van de dag een okermijn in, brachten een hele zondag door bovenop een bergtop
met uitzicht op de Alpes de Haute Provence, omdat het in het dal bijna
40 graden was. We struinden rond op de grote zaterdagmarkt in Carpentras, en in Apt op de biologische dinsdagmarkt én de gewone zaterdagmarkt. OP die laatste werd het geluk voor de zoveelste keer compleet: naast ons terras zat een jonge vent onvervalste gypsy jazz te spelen.
En tussen alle activiteiten door waren en voelden we ons thuis in onze gîte,
hadden steeds vaker en leuker contact met 'les dames' (met hen vierden
we Marjon's verjaardag, compleet met mijn, in hun oven gebakken, abrikozentaart) en deden ook heel veel gewoon eenvoudig helemaal NIETS…
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de vogels, de bloemen, de volle maan, de hop in ons veldje, de konijnen, Souris, het steeds weer zoekgeraakte hondje van de buurvrouw, de 'wolven' (grote lobbesen van jachthonden van de buurman), de versgeoogste groenten die gastvrouw L. ons om de paar dagen kwam brengen, de haan met zijn kippenharem in de wigwam, de wespspinnen in hun fantastische webben in het veld, de ongekende puurheid van de sterrenhemel, en hoe groen het nog was, zelfs eind augustus.
Dit paradijsje ligt ten noorden van Marseille, ten oosten van
Avignon, ten westen van Genua en ten zuiden van Grenoble. Anders gezegd:
op 43.92°N, 5.48°E.
Meer zeg ik (voorlopig) niet!
Plaatjes kijken? Kijk voor foto's van de gîte en omgeving in Le Paradis en Provence, voor de vier- en meervoeters in Le Paradis: de aaibare en andere dieren!