Vandaag gaan we iemand ontmoeten die mijn vader nog gekend heeft. In Dilbeek, een deelgemeente van Brussel, waar hij in 1991 korte tijd in de 'verpleegkundige residentie De Eekhoorn' werd verzorgd. Hoe ik daar achterkwam is een verhaal op zich: hij was toen al jaren genaturaliseerd tot Belg, wat het bemachtigen van privé-informatie vrijwel onmogelijk maakt.
Brief-, mail- en telefonisch contact met Franky Tielemans, de manager van De Eekhoorn, leerde dat zijn moeder daar in mijn vaders tijd al werkte.
Mijn hoop is gevestigd op haar geheugen. Weet ze nog iets? Is er misschien iets van administratie bewaard gebleven? Herkent ze hem van de meest recente foto die ik heb, uit 1959?
En weet zij misschien meer over Renée van Snick, de vrouw die als 'apparentée' en, net als mijn vader wonend op Dennenlaan 20, op zijn overlijdensacte vermeld staat? Hij stierf in 1996, zij overleefde hem tot in 2001.
Wat is er toch in dat leven gebeurd? Waar is zijn tweede wettige echtgenote Louise Colet gebleven, van wie hij bij zijn naturalisatie in 1975 'levend gescheiden' was?
Vragen, antwoorden en bij ieder antwoord weer meer vragen.
Of ze ooit zullen worden beantwoord is weer een stapje verder weg, nu Franky verzuimd had zijn moeder van onze afspraak te vertellen, en zelf ook niet aanwezig bleek. De behulpzame broer en medemanager van De Eekhoorn kon Maxime noch Renée vinden in het boek met vroegere bewoners, en mensen die er al heel lang woonden herkenden Maxime niet van de foto uit 1959.
En één groot vraagteken, dat alle andere vragen voor eventjes overschaduwt: waarom wil of kan niemand iets over hem vertellen? Het is niet voor het eerst dat informatie over hem zich lijkt te bevinden in een hermetisch afgesloten oesterschelp.