Al weken herinnerde de kalender ons eraan dat we op vrijdag 6 juli verwacht werden in kamer 27 van het Lloydhotel in Amsterdam om deel te nemen aan het 'Steinbeisser Experimental Gastronomy event', waarvoor ik ons had aangemeld na de tip van collega/vriendin Lizet Kruyff (@spinazieacademi). Maar wat zou het zijn?
"Steinbeisser Experimental Gastronomy biedt een nieuw perspectief en frisse kijk op hedendaagse rituelen rond voedsel en eten", werd ons uitgelegd in een email. "De gasten nemen deel aan een 'experience' waarin gastronomie, filosofie, design en performancekunst samenkomen en worden geprikkeld om hun gedachten over het gebodene de vrije loop te laten en met de andere aanwezigen te delen."
"Chef Aleksander Gershberg (1984) en de ontwerpsters Maki Okamoto (Japan, 1983) en Debbie Wijskamp (1984) zorgen gezamenlijk voor een onvergetelijke ervaring. Alle gerechten die tijdens het vijfgangendiner worden geserveerd zijn bereid met lokale, op biodynamische grondslag geteelde groentes, fruit en granen uit de omgeving van Amsterdam."
Veel wijzer werden we niet van deze uiteenzetting, maar wel véél nieuwsgieriger. En dus fietsten we op de bewuste avond naar de voormalige jongensgevangenis, die dankzij de visie van creatief directeur Suzanne Oxenaar is omgebouwd tot designhotel en tevens dient als thuisbasis van de 'Culturele Ambassade'.
In kamer 27 lag op een ronde tafel een collectie eetgerei uitgestald dat onmiddellijk tot het in de mail genoemde nadenken prikkelde. Initiatiefnemer Martin Kullik legde de 20 gasten uit dat de naam Steinbeisser (steenbijter) staat voor de gedachte achter het project: het combineren van elementen die op het eerste gezicht onverenigbaar zijn en het naar een hoger plan tillen van hergebruik van materialen. Okamoto had voor de gelegenheid vintage zilveren bestek buitengewoon creatief omgewerkt tot intrigerend eetgerei, Wijskamp maakte de displays voor het bestek van vermalen oude autobanden. Een bijzondere combinatie, zeker ook met de door de chef gekozen gerechten, voor de meeste aanwezigen vermoedelijk ook geen dagelijkse kost.
In de open keuken hadden we al gespot dat de eerste gang een diepgroene soep met vulling zou zijn, en met die wetenschap gewapend kozen we bestek dat daar wel bij zou kunnen passen. Hoewel, kiezen was geen sinecure: een lepel met op de plaats van de bolling de tanden van een vork, een lepel met kleine tandjes aan de punt, of toch een grote soeplepel met een klein hulplepeltje aan de zijkant? Alles leek mogelijk. Ook bij de volgende gangen werden we voor zulke vragen gesteld: Hollandse gefrituurde 'sushi' met zeekraal en een met salade gevulde courgettebloem bleken zich goed te laten tackelen met de lepel met venijnige punten in de holding.
De falafel van bruine bonen met gepofte bietjes kwam in een ijsbergslablad en kon uit de hand worden gegeten, maar de met walnoten en lente-ui gevulde 'varenik' op gestoofde koolrabi kon niet zonder bestek. Ik koos voor een 'vork' die bij elke hap tot een beslissing dwong welke kant te gebruiken. Speels, op zijn minst!
De laatste gang van dit volledig 'vegan' diner was een gebakken koek van havermout met gestoofde kruisbessen en aardbeien met een saus van hazelnootmelk, waarvoor ik de 'triplevork' gebruikte.
Als ervaring was het Steinbeisser Experimental Gastronomy event absoluut de moeite waard. Maar ik geloof niet dat ik ooit een overtuigde 'vegan' zal worden (sorry, het verfoeilijke Nederlandse v-woord krijg ik niet uit mijn toetsenbord). Het waren niet zozeer de dierlijke eiwitten die ik miste, maar wel elementaire smaakmakers als zout, peper en andere pittigheid. En wat het bestek betreft: dat past helaas even niet in het budget, maar gelukkig hebben we de foto's nog.
Alle ingrediënten voor de 'vegan' maaltijd waren afkomstig van de biologisch-dynamische tuinderij Land en Boschzigt bij 's Graveland en waren deels daar ook wild geplukt. Sinds 2008 heeft de tuinderij bovendien een wijngaard die een uiterst smakelijke witte wijn oplevert die bij de maaltijd werd geserveerd. De rode heb ik niet geproefd.