Druiveltjestaart

Men neme: een bak rijpe aalbessen, een kookboekje en culitweep Paul (@webtic). De vraag is gerechtvaardigd wat/wie er het eerste was van dit drietal.

Het zat zo. M. had avonddienst en at dus niet thuis. Ik ging mezelf verwennen met een fijn gerijpt biefstukje, spinazie en de rode bessen van onze kleine Spar supermarkt om de hoek. Bij het zien alleen al van zulke prachtige besjes loopt me het water in de mond - onweerstaanbaar! M. lopen de rillingen over de rug als ik ze zonder suiker, alleen maar kort afgespoeld, met mijn mond van het steeltje ris. Mét suiker zijn ze trouwens nauwelijks lekkerder, vind ik. 

Het is zeker 30 jaar geleden dat ik van bergwandelvrienden uit Wiesbaden een recept kreeg voor een rodebessentaart, 'Träubeleskuchen' in goed Pfälzisch. Ik gebruikte het voor een Tros Nieuwsshowpraatje, nadat ik bij een groentewinkel een klant had horen vragen of rode bessen lekker waren. Dat vroeg toch om wereldverbetering! Ik vertelde hoe het kruimeldeeg moest worden gemaakt, wat blindbakken was en waarom ik dat gebruikte, hoe je mooi eiwitschuim moest kloppen en vooral natuurlijk wat deze klassieke Duitse rodebessentaart zo verduveld lekker maakt.

Er werden heel wat kopieën van het recept in de 'aan uzelf gerichte, gefrankeerde envelop' naar aanvragers verstuurd - we zaten immers nog volop in het internetloze tijdperk. En later kwam de taart, getooid met zijn Duitse naam, in het kookboekje 'Raya's Radio Recepten' terecht.

Daags na mijn solitaire rodebessenfeestje twitterde @webtic: 'Goed gescored bij de kringloop!' en zette er een fotootje bij van dat boekje. Dat ontlokte mij de reactie 'Je hebt een collector's item :-) Leuk, en dat op de dag dat ik een recept eruit op het blog wou zetten!'

Met een kleine aanpassing hier en daar is dit het recept voor wat wij vroeger 'Druiveltjestaart' noemden.

We maken eerst de taartbodem (die kun je desgewenst voorbereiden):

  1. Maak een kruimeldeeg van 200 g bloem, 50 g zeer fijn gemalen hazelnoten, 125 g boter, 60 g suiker, snufje zout en 1 ei. Laat het deeg een half uurtje rusten in de koelkast, rol het daarna uit en bekleed een springvorm ermee. Prik de bodem en zijwanden in met een vork, leg een passend vel bakpapier erop en leg daarop een steunvulling van ongekookte peulvruchten. Bak de bodem 20 minuten voor bij 200 graden. Laat de bodem iets afkoelen, strooi er daarna 2 verkruimelde beschuiten op, vermengd met 25 g gehakte hazelnoten.


Ondertussen doen we de vulling:

  1. Ris 500 g gewassen aalbessen van de steeltjes, droog ze op keukenpapier. Klop 3 eiwitten tot meringue met 100 g fijne tafelsuiker, een 1/2 tl oranjebloesemwater en 2 tl maizena. Hang de kom boven kokend water en blijf kloppen tot de eiwitten glanzen en stijve pieken vormen. Houd 3 eetlepels eiwit apart, spatel de bessen door de rest.


En nu maken we daar een taart van:

  1. Schep de eiwitten+besjes op de bodem, strijk de bovenkant glad. Verdeel de achterhouden eiwitten erbovenop, maak er een patroontje als je wilt een patroontje in met een vork of trek er pieken in. Bak de taart 30 minuten op 200 graden tot de bovenkant mooi gekleurd is.


In het Duits heten rode bessen officieel 'Johannisbeeren', maar ze worden ook wel 'Träubles' genoemd, omdat ze aan hun steeltjes wel wat aan druifjes doen denken.