Durfkoken

Opeens lagen ze daar, zomaar in de gewone supermarkt: aardperen! Zonder ook maar een moment te aarzelen kocht ik ze, waarna ze thuis nog een tijdje vanuit een hoekje van de groentebak naar me lagen te koekeloeren, in afwachting van wat ik met ze zou gaan doen.

Mijn eerste gedachte was: die heerlijke soep van Yvette van Boven uit haar onvolprezen eerste kookboek 'Home Made’, die ik met een 30-tal culinaire vrienden en collega’s at in haar restaurant Aan de Amstel. Dat was in 2009, kort na het verschijnen van het boek. het was ook mijn eerste kennismaking met deze wonderlijke knobbelige wortelknollen uit de zonnebloemfamilie Helianthus tuberosus.

Vijf jaar geleden waren aardperen moeilijk verkrijgbaar - onbekend maakt onbemind, en mooi om te zien zijn ze ook al niet - dus groot was mijn vreugde toen ik bij een groentekraam op de markt een kratjevol zag staan. Ook deze keer smaakte Yvettes aardpeersoep overheerlijk, maar na een paar uur begon de narigheid: alsof we liters lucht hadden ingeslikt die er op alle mogelijke manieren uit moest, en dat urenlang. Onaangenaam is zwak uitgedrukt, en we besloten dat een volgende keer aardpeer maar even moest wachten.
Twee winters later deden we een nieuwe poging, en met hetzelfde effect. Rondvraag en wat googlen leerde dat sommige mensen nooit last hebben van flatulentie na het eten van aardperen, anderen zó hevig dat ze nooit meer op het menu komen, en dat er vele grijstinten liggen tussen deze twee uitersten. Kennelijk horen wij bij de tweede groep, concludeerden we, en daarmee werd de aardpeer verbannen naar het rijk van de niet-zo-fijne herinneringen en daarmee voor ons een vergeten groente. Jammer, want ze smaken zó lekker: rauw een beetje nootachtig, gekookt zijn ze zoetig, en doet de geur in de verte denken aan artisjok.

En nu had ik ze, in een vlaag van lichte verstandsverbijstering en tegen beter weten in, tóch weer gekocht. Dat de knollen ook wel ‘fartperen’ worden genoemd, daar kon ik inkomen, maar verder wist ik eigenlijk weinig van ze af*. Misschien had iemand een manier van bereiden waardoor die winderigheid minder hevig was?
Goede raad kost niets op internet, en al snel was ik heel wat wijzer: de aardpeer is in de verste verte geen familie van de aardappel, hij is supergezond, bevat vitamine B1 en C, ijzer, fosfor, magnesium, calcium en ook nog bifidobacteriën die goed zijn voor het  gedamtea. De boosdoener is inuline, een onverteerbare voedingsvezel die door gisting in de ingewanden voor al dat gas zorgt.
Ik vond van alles over de geschiedenis en de indrukwekkende gezondheidsvoordelen, leerde hoe je ze moeiteloos zelf kunt kweken en las talloze recepten, maar een echte oplossing voor die ongewenste bij-effecten vond ik niet. 

We besloten het erop te wagen. Soep gingen we van onze aardperen maken, een combinatie van Yvettes recept en ideeën die ik her en der was tegengekomen.

  • 750g jonge aardperen, ongeschild, schoongeboend en afgedroogd
  • olijfolie
  • 2 tl grof zeezout
  • 3 flinke knoflooktenen, ongepeld
  • 1 ui, fijngesneden
  • paar takjes verse tijm en verse rozemarijn
  • ca. 1 liter kippenbouillon (liefst zelfgetrokken)
  • 2 laurierblaadjes
  • zout en versgemalen peper
  • 1 dl slagroom
  • 1/2 tl pimentón (gerookt paprikapoeder)
  • fijngesneden bladpeterselie

             Klaar voor de oven              Met kruiderij in de pan                  Door de zeef

  1. Verwarm de oven voor op 190° 
  2. Snijd grote exemplaren schuin doormidden, laat de kleinere heel
  3. Leg de aardperen in een braadslee, hussel ze om met olijfolie, zout en versgemalen peper
  4. Leg de knoflooktenen erbij en laat de aardperen in een kleine 45 minuten gaar worden
  5. Laat de aardperen iets afkoelen en verwijder de velletjes van de knoflooktenen
  6. Verhit een eetlepel olijfolie in een soeppan, fruit hierin de ui glazig
  7. Doe de aardperen en knoflook erbij, schenk de bouillon in de pan en laat met de tijm en rozemarijn een kwartiertje zachtjes koken, haal daarna de kruiden uit de soep
  8. Pureer de soep met de staafmixer of in de blender tot een gladde massa, en wrijf die boven een andere pan door een zeef (de vezels mogen weg)
  9. Roer de slagroom en pimenton door de soep en serveer met wat peterselie


Misschien heeft het voorgaren in de oven er iets mee te maken, en/of het dubbel pureren, maar het viel met de winderigheid dit keer wel mee...

* In Trouw en in NRC verschenen leuke informatieve artikelen over de aardpeer!)