De oren van Haman

Er is geen Joodse feestdag waar niet iets speciaals te eten bij hoort. De matzes met Pesach kennen de meeste mensen wel, latkes (aardappelkoekjes) horen bij Chanoeka, en zonder Hamansoren is Poeriem, het Lotenfeest,  niet compleet. 

Maar wie was Haman en waarom worden zijn oren gegeten? 

Het verhaal gaat terug naar de 5e eeuw vóór de gangbare jaartelling, toen een groot deel van het Joodse volk na de verwoesting van de tempel van Salomo in Jerusalem in ballingschap leefde in Perzië. Ik houd het hier bij de ultrakorte versie en laat de verwikkelingen die voorafgingen aan de beslissing van koning Ahasveros om te trouwen met het mooie meisje Esther buiten beschouwing. Haman, de rijkste man van de stad en invloedrijke rechterhand van de koning, had een hekel aan Joden - 'ze doen precies waar ze zelf zin in hebben en betonen ons niet de eer die ons toekomt' - en  maakte plannen om ze uit de weg te ruimen. De beste dag voor deze massale moordpartij bepaalde hij door waarzeggers het lot te laten werpen over de dagen van het jaar . De koning zag geen reden om Hamans voornemen te verbieden, tot koningin Esther bekend maakte dat ook zij, als Joodse vrouw, daarbij de dood zou vinden. Waarop Haman tot de strop veroordeeld werd en Esther, samen met haar oom Mordechai, bij koninklijk decreet de Joden toestemming gaf om iedereen die zij als levensbedreigende vijand beschouwden, om te brengen. Voor de Perzen liep deze episode dus heel wat minder gunstig af.

Op Poeriem wordt uitbundig gevierd dat koningin Esther en haar oom de Joden van een wisse dood hebben weten te redden, en dat gebeurt met cadeautjes, verkleedpartijen en speciale lekkernijen, en moet er in de synagoge tijdens het lezen van het verhaal van Esther, enorm kabaal worden gemaakt als de naam Haman genoemd wordt. En verder worden de feestvierders geacht zóveel te drinken dat ze het verschil tussen Mordechai de goede en de slechterik Haman niet meer weten: ad lo jada.
Toch  verklaart dit alles niet waarom op Poeriem Hamansoren worden gegeten. De Asjkenazische (Oostjoodse) driehoekige Hamantaschen, met vruchtenpuree of maanzaad gevulde koekjes, zouden refereren aan Hamans met geld gevulde zakken, aan de vorm van de waarzeggersloten, en met een beetje fantasie zelfs aan het model van Hamans oren (op Balashon.com vond ik een etymonologische verklaring, degelijk en leuk). En als je dan weet dat in de Middeleeuwen bij mensen die werden opgehangen de oren werden afgehakt, is de cirkel wel zo’n beetje rond.

Ook de Sefardische (Zuideuropese) kiesjeliesj, flinterdunne, gefrituurde, met poedersuiker bestrooide koeken, worden Hamansoren genoemd. Hier is de verwijzing naar oren nog iets duidelijker: het draaien van de oren tot ze nauwelijks meer als zodanig herkenbaar waren, was een uiterst pijnlijke strafmaatregel. Onder de naam oreillettes (oortjes) worden ze bijna dagelijks gebakken door onze lokale bakker in de Luberon. En dát is misschien weer niet zo verbazend, als je weet dat er vele eeuwen lang overal in Zuid-Frankrijk bloeiende Joodse gemeeenschappen bestonden.

Hoe dan ook: met Poeriem worden traditioneel Haman de oren van het hoofd gegeten!

Hamantaschen met abrikozenvulling

Hamantaschen, van begin tot einde