Terwijl het grootste deel van Nederland druk doende is met Kerstmis en, als je de televisie-, radio- en krantenreclames mag geloven, vooral met wat er op 25 en 26 december gekookt en gegeten zal worden, is vandaag voor Joden over de hele wereld Chanoeka begonnen.
2011 is zo'n jaar waarin Kerstmis en Chanoeka samenvallen. Het zesde en zevende kaarsje van de Chanoekia, de negenarmige kandelaar die het verhaal van het Joodse lichtfeest symboliseert, worden aangestoken op 25 en 26 december - een soort van 'als Pasen en Pinksteren op één dag vallen', maar dan écht, en ook verklaarbaar want de Joodse kalender heeft de maancyclus als maat, met als gevolg aanzienlijke verschuivingen ten opzichte van de Gregoriaanse kalender die onze dagtelling bepaalt.
Tijdens Chanoeka worden gerechten gegeten die in (olijf)olie zijn gebakken. De reden daarvoor ligt in de volgende historische gebeurtenis en de daarmee verbonden legende.
In 168 BC speelde de Griekse keizer Antiochus de baas in Jeruzalem. Hij koos een effectieve manier om de bevolking van de stad onder de duim te houden: hij ontwijdde de tempel van Salomo, het belangrijkste Joodse heiligdom en dwong de Joden, op straffe des doods, Griekse goden te aanbidden. Dat duurde tot een Joodse guerrillagroep onder leiding van Jehoeda de Makkabeeër erin slaagde de tempel op de Grieken te heroveren. Tot zover de historische feiten.
Wat volgt is een innig gekoesterde legende.
De Makkabeeërs wilden de tempel herinwijden met het aansteken van de negenarmige kandelaar, maar meer dan één armzalig kannetje olijfolie was er niet. En oh wonder: dat kleine beetje olie, dat hooguit voldoende zou zijn voor een enkele dag, was genoeg om de kandelaar 8 dagen te laten branden. Vandaar dat met Chanoeka dagelijks één kaarsje méér wordt aangestoken tot na acht dagen alle kaarsjes branden.
En daarbij eet je dan latkes (in olie gebakken aardappelkoekjes - een recept staat hieronder) en soefanijot (met jam gevulde gefrituurde dougnuts).
Dat ook zuivelproducten tot het culinaire Chanoekarepertoire behoren heeft weer te maken met generaal Holofernes die in zijn eigen legertent zijn hoofd verloor omdat-ie te veel wijn gedronken had bij de kaas die de beeldschone dappere weduwe Judith hem had gebracht. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Latkes met zoete aardappel - de moderne versie
- 600 g vastkokende aardappels, geschild
- 400 g zoete aardappel, geschild
- 1 grote ui, gepeld en gesnipperd
- 2 teentjes knoflook, uitgeperst
- 2 tl geraspte verse gember
- 2 tl kerriepoeder
- flinke snuf cayennepeper
- 2 tl zout
- 3 el aardappelmeel
- 3 eieren, losgeklopt
- arachideolie
- Rasp de gewone en zoete aardappels, druk in een schone theedoek het vocht eruit.
- Meng in een wijde kom de aardappels met ui, knoflook en gember - dat gaat het beste gewoon met uw handen
- Meng de specerijen door het aardappelmeel, werk dit door het aardappelmengsel
- Roer als laatste de eieren door het aardappelmengsel
- Verhit een laagje olie (ca. 1 cm) in een koekenpan met antiaanbaklaag.
- Schep telkens een paar hoopjes latkemengsel erin, druk iets plat met de achterkant van de (in olie gedoopte) lepel en bak de latkes aan weerskanten krokant en bruin
- Laat ze uitlekken op keukenpapier, houd ze warm in een oven van 150°.
Lekker hierbij: rinse appelmoes van goudreinetten, waaraan bij het koken een flinke reep citroenschil en 1 el geraspte gember is toegevoegd.